Paragrafen

Grondbeleid

De risico’s van de BIE's zijn opgenomen in de risico-inventarisatie bij het bepalen van de benodigde weerstandscapaciteit. De risico’s van de bouwgronden worden afgedekt binnen het geheel van risicobeheersing. Dat wil zeggen dat de beschikbare weerstandscapaciteit van voldoende omvang moet zijn om de risico’s van de bouwgronden af te dekken. Meer informatie hierover vindt u in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing.
Voor elk grondcomplex zijn de risico’s in kaart gebracht. De risico’s zijn onderverdeeld in voorziene risico’s en onvoorziene of algemene risico’s. De voorziene risico’s zijn plan specifiek en per project te benoemen. Met deze risico’s wordt rekening gehouden voor het bepalen van de tussentijdse winstneming. Hierbij kan gedacht worden aan financiële risico’s bij de uitvoering van civiele werkzaamheden, planontwikkeling en contractvoorwaarden. De financiële gevolgen van deze risico’s zijn becijferd. Daarnaast is een kans van optreden geschat. De kans van optreden wordt vervolgens vermenigvuldigd met de omvang van het risico, waardoor een gewogen risicobedrag ontstaat.
Naast de plan specifieke voorzienbare risico’s zijn er onvoorziene of algemene risico’s. Dit zijn conjuncturele risico’s met als mogelijk gevolg dat de gronduitgifte stagneert, de grondopbrengsten lager uit vallen, hogere kosten voor bouwrijp maken van de gronden of een hoger rentepercentage. Deze ontwikkelingen hebben gevolgen voor alle grondexploitaties. Gezien de omvang en looptijd van de grondexploitaties van de gemeente Meierijstad heeft een dalende of stijgende grondprijs een grote impact op het resultaat.
Om de omvang van de conjuncturele risico’s te berekenen wordt per grondexploitatie vanaf het jaar 2024 de nog te realiseren opbrengst met 10% verlaagd en de nog te realiseren kosten met 10% verhoogd. Omdat het niet waarschijnlijk is dat beide risico’s zich gelijktijdig voor zullen doen wordt het verkregen risicobedrag met 50% verlaagd.

Naast deze risico’s kent een aantal grondexploitaties een positief resultaat. Omdat geen rekening mag worden gehouden met deze positieve resultaten, vormen deze per grondexploitatie een eerste buffer om risico's op te vangen. Indien deze buffer niet meer toereikend is dan zou in dat geval voor het ontstane verlies een voorziening moeten worden gevormd. Van alle grondexploitaties bij elkaar is het risicobedrag op basis van bovenstaande uitgangspunten circa € 26,8 miljoen. De verschillen per grondexploitatie zijn groot zoals uit de volgende tabel is af te lezen.

Risico's per complex (bedragen x € 1.000)

Benodigde reserve

8313 - Veghel - Veghels Buiten

24.375

8320 - Veghel - Stadshobbywerkplaats

447

8341 - Zijtaart - Zuid

628

8350 - Erp - Bolst

907

8378 Sint Oedenrode - Zwembadweg

427

3280 - Erp - Molenakker II

10

Totaal

26.794

De benodigde reserve daalt van €29,7 miljoen. naar € 26,8miljoen. De benodigde reserve voor Veghels Buiten blijft onveranderd hoog. Dit heeft met name te maken met het feit dat nog niet alle gronden binnen deze grondexploitatie bestemd zijn en omdat de omvang van de nog te verkopen gronden groot is. Voordat de gronden verkocht kunnen worden zal de bestemming nog moeten worden gewijzigd en dat is mede afhankelijk van voldoende vraag.
Indien uiteindelijk blijkt dat er onvoldoende vraag is of andere belemmeringen aanwezig zijn om de resterende gronden te bestemmen zullen de gronden uit de exploitatie moeten worden gehaald en worden afgewaardeerd naar de huidige waarde. Twee andere complexen (Rembrandtboulevard en Erp – Bolst hebben ook nog onbestemde gronden in de planopzet evenals bedrijventerrein Erp-Molenakker. Alhoewel de financiële impact minder groot is geldt ook voor deze gronden dat een afwaardering plaats moet vinden naar de huidige waarde als de gronden niet bestemd kunnen worden.
Ter dekking van de risico’s is de algemene reserve risico’s grondexploitatie ingesteld ter hoogte van ca.€ 13,8 miljoen. Deze is veranderd ten opzichte van vorig jaar. (in 2022 € 19,1 mln). De tussentijdse winstneming van € 5,4 mln is toegevoegd.Tenslotte zijn een aantal gevormde verliesvoorzieningen voor een bedrag van € 10,7 miljoen uit de reserve onttrokken. De verwachting is dat deze in 2024 weer wordt aangevuld met € 6,5 miljoen in verband met te ontvangen Rijksbijdrage.
Daarnaast worden risico’s afgedekt door de algemene risico reserve. Van alle grondexploitaties bij elkaar is in de jaarrekening 2023 een risicobedrag van circa €26,8miljoen opgenomen.
Voorziening negatieve grondexploitaties Zijtaart, Sint-Oedenrode Zwembadweg, Erp Bolst en Veghels-Buiten
De resultaten van verwachte verliesgevende grondexploitaties zijn door de actualisatie van de kosten en opbrengsten aan wijzigingen onderhevig. Vandaar dat na actualisatie de omvang van de verplichte verliesvoorziening voor verliesgevende complexen opnieuw wordt bepaald. Vanuit het BBV is voorgeschreven dat de discontovoet moet worden gesteld op 2% indien de verliesvoorziening op netto contante waarde (NCW) wordt bepaald. Sinds 2018 wordt de verliesvoorziening in Meierijstad op basis van de methodiek van de eindwaardeberekening bepaald. De reden van deze keuze is dat hierdoor het effect van het verschil tussen deze verplichte discontovoet en de gemeentelijke rekenrente wordt opgeheven. Per saldo is de voorziening dus direct afdoende om het totale verwachte negatieve resultaat op te vangen. De BBV refereert aan deze rekenmethodiek met de term nominale waarde.

De totale omvang van de verliesvoorziening is per 1 januari 2024 €14,7mln en bevat vier grondexploitaties

Reservestand per complex (bedragen x € 1.000)

Bedrag
31-12-2022

Bedrag
31-12-2023

Aanvullend ten laste (-)/ ten gunste (+) van 2023

8313 - Veghel - Veghels Buiten

0

-10.273

-10.273

8341 Zijtaart - Zuid

-552

-1.480

-928

8350 Erp - Bolst

-2.457

-2.488

-31

8378 Sint Oedenrode - Zwembadweg

0

-469

-469

Totaal

-3.009

-14.710

-11.701

Deze pagina is gebouwd op 05/16/2024 13:26:54 met de export van 05/16/2024 13:08:41